
History
Ik ben reeds van jongs af aan geïnteresseerd in de Tweede Wereldoorlog. Die interesse begon toen mijn grootvader verhalen vertelde van '40-'45. Hij maakte de oorlog mee als jonge man. In 1940 lieten terugtrekkende Britten in zijn dorp vrachtwagens vol legermateriaal achter. Een deel ervan werd in brand gestoken. Ze probeerden zo veel mogelijk te vernietigen zodat het niet in handen van de Duitsers zou vallen. Mijn grootvader 'sleepte heel wat uit de brand'. Hij laadde zijn handkar vol en reed af en aan. Brancards, schoppen, houwelen, dekens, rugzakken, gamellen, bidons, scheergerei, kaarten, boeken, vrachtwagendeuren, zeilen, gereedschap, kogels, gasmaskers, kisten,... niets was hem te zwaar. Alles werd zorgvuldig weggeborgen en na de oorlog werd het voor allerlei doeleinden gebruikt. Ik herinner me nog dat de zolder was behangen met stafkaarten, een bajonet werd gebruikt als schroevendraaier en een gamel werd een voederbakje voor de duiven.


Mijn grootvader in september 1945, tijdens de bevrijdingsstoet in zijn gemeente. Ook Adolf Hitler, met Duitse pinhelm, maakte deel uit van de optocht.
Mijn grootvader beleefde heel wat tijdens de oorlogsjaren. Hij kon er sappig over vertellen. Na elk verhaal werd er eens in zijn werkkot gesnuffeld. Daar lagen nog veel van zijn oorlogssouvenirs. Zo keerde ik na elk zondags bezoek naar huis met een voorwerp uit het werkkot. Vele zondagen later stalde ik mijn collectie uit op een plankje in m'n kamer. Op dat plankje werden de verhalen van mijn grootvader tastbaar. Als ik bij hem was, stelde ik steevast de vraag 'vertel nog ne ki van n?oorlog'! Zo breidde ik mijn verzameling uit.
Sinds die jaren liet de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog mij niet meer los. Ik ging mensen opzoeken die deze periode bewust meemaakten. Ik ging interviews afnemen en probeerde op die manier erfgoed te bewaren. Ik zocht voorwerpen en documenten die dit alles tastbaar maken. De verhalen stapelden zich op en de collectie groeide.
Vaak vraagt men mij waar ik al deze objecten vandaan haal. Dat is niet in ??n antwoord te omschrijven. Het is een jarenlange en eindeloze zoektocht. De basis van mijn collectie bestaat uit de enkele oorlogssouvenirs die mijn grootvader me bezorgde. Het grootste deel werd gevonden op rommelmarkten of beurzen. Zoeken via internet werpt ook vaak vruchten af. Een niet onbelangrijk deel kreeg ik van veteranen of hun familie. Ook mensen die de oorlog als burger meemaakten bezorgden mij interessante stukken. Nog steeds krijg ik nu en dan een voorwerp dat iemand nog op zolder liggen had. Enkele objecten werden zelfs van het containerpark gered: 'Smijt het niet weg maar in mijn koffer meneer, ik kan er wel iets mee doen...' Het kan een rare blik opleveren maar zo vind je een object dat een mooie aanwinst blijkt te zijn. Het is een vaak vermoeiende zoektocht naar dat ene ontbrekende stuk dat een verhaal compleet maakt.

Mijn grootvader in 2005.
Reeds vroeg droomde ik van een eigen museum. Deze kinderdroom bleef overeind. Als jonge snaak gaf ik enkele tentoonstellingen en kreeg steeds meer de smaak te pakken om een eigen permanente tentoonstelling uit te bouwen. In mijn bijgebouw, een oude smidse, vond ik de geschikte plaats, zo'n 200 vierkante meter. De vereniging 'Het huis van '40-'45' werd opgericht om mijn collectie te ontsluiten. Het museum opende zijn deuren in 2013. Heel wat bezoekers kwamen over de vloer. Voor groepen was de ruimte echter beperkt. Begin 2017 verhuisden we naar het Smishof. Een steenworp verwijderd van ons vorige huis. Nu wordt de schuur omgebouwd tot museum, er is plaats voor een terrasje en er is volop parkeergelegenheid. Hopelijk stap je binnenkort zelf eens binnen in 'Het huis van 40-45'.
Brecht Schotte